What’s in a name?

Er zijn momenten waarop ik zou willen dat mijn naam minder uniek (en vooral minder makkelijk vindbaar) was. Maar het hebben van een ongewone naam heeft zeker ook voordelen. Wat mij hierin altijd intrigeert is hoe belangrijk mijn naam voor mijn identiteit is; alle voor- en nadelen meegenomen zou ik geen andere naam willen.

Daar moest ik aan denken toen ik afgelopen week in Portugal was.

In Portugal is mijn voornaam geen naam, maar een bijvoeglijk naamwoord: ‘half’. Als in: je koopt een fles wijn met daarop de tekst ‘Meia Encosta’, wat zoveel betekent als ‘halverwege de berg / helling’. Het is ook een zelfstandig naamwoord: ‘Meia’ betekent ook ‘sok’ of ‘kous’ in het Portugees. In geen enkel land zie ik mijn eigen naam zo vaak in het straatbeeld als in Portugal - waar sokken-winkels schijnbaar een ding zijn.

Jaren geleden vertelde ik mijn manager dit feitje. Daarna noemde hij me geregeld ‘halve sok Wippoo’. Tja, ik kan alleen mezelf hiervoor de schuld geven ;).

Toen ik aan het begin van mijn carrière een documentaire produceerde over ‘de nieuwe acteur’ in Nederland moest ik diverse acteurs benaderen voor hun medewerking. Een bekende coryfee was er van overtuigd dat ‘Meia Wippoo’ mijn artiestennaam moest zijn. ‘Zo heet je toch niet echt?’, was zijn reactie. Een andere acteur had van anderen gehoord dat ik mijn rondes maakte, en zei toen ik bij hem aanbeland was: ‘Oh, jij bent die Meia Wippoo.’ En in mijn studententijd was er een vriendengroep waar mijn eigen vriendengroep veel mee om- en uitging. Als ik daar ter sprake kwam dan was ik nooit ‘Meia’, maar altijd ‘Meiawippoo’. Het is een naam die fascineert en blijft hangen.

Op basis van mijn naam kunnen mensen mij bovendien vaak niet plaatsen. Het klinkt niet Nederlands, maar het klinkt, gek genoeg, ook niet echt exotisch. Mensen die mij nog niet gezien hebben vermoeden dat het wellicht Aziatisch is. Door de dubbele pp’s en oo’s en de vele klinkers zou ik ook Fins kunnen zijn. Als men mij ontmoet geeft dat niet heel veel meer informatie. Heb ik misschien Indische roots?

In alle eerlijkheid vind ik het fijn dat mijn naam dit allemaal oproept. Het is op geen enkele manier mijn verdienste - ik ben er maar mee geboren - maar het is toch erg indicatief voor hoe ik in het leven sta (en daarmee in mijn werk): Ik ben graag een beetje een outsider, maar nooit een outcast. Ik doe het niet helemaal zoals iedereen, en dat kan verrassend of verfrissend zijn, maar ik ben ook weer niet zo onbekend dat wat ik doe of kom brengen eng is. Ik hoop te prikkelen, en nieuwsgierig te maken, zodat er nieuwe verbindingen en ideeën kunnen ontstaan.

Ik heb professioneel dan ook nooit obstakels ervaren door mijn naam. In tegendeel. Maar ik word vrijwel altijd gevraagd waar mijn namen vandaan komen en wat ze betekenen. Ik vind het niet erg als mensen het vragen, ik vertel het met liefde, maar hierbij vast een korte uitleg:

Ik heet ‘Meia’ omdat mijn ouders het een mooie naam vonden en omdat ik in mei ben geboren. Dat zijn de enige echte redenen. Maar met name begin 20e eeuw werden dochters van socialisten soms naar de dag van de arbeid (1 mei) vernoemd. En schijnbaar betekent de naam (buiten Portugal) ‘kracht’, ‘sterkte’ of ‘groots’, of simpelweg ‘geboren in mei’.

‘Wippoo’ is een ander verhaal: de familienaam ‘Wippo’ is een verbastering van de Oost-Duitse rivier de Wipper, die stroomde in het gebied waar mijn voorvaderen Luther predikten. De 2e oo is uniek voor mijn familietak. Het was een foutje dat werd gemaakt bij de Nederlandse burgerlijke stand, bij de registratie van mijn overgrootvader Johannes Coenraad Lodewijk Wippoo. Zijn vader heette ‘gewoon’ Coenraad August Lodewijk Wippo. Omdat mijn generatie Wippoo’s alleen nog maar uit vrouwen bestaat ben ik de jongste (en daarmee laatste) Wippoo met 2 oo’s.

Ik ben benieuwd of anderen net als ik zo’n sterkte link tussen naam en identiteit voelen. Een goed gespreksonderwerp om een fijn Portugees wijntje bij te drinken. Proost!

Vorige
Vorige

‘d=l + de’: fijne dagen!

Volgende
Volgende

Mijn vader’s dochter